Gegevensveld | Waarde |
---|---|
Osiriscode | BFVH4GEN2 |
ECTS | 3 |
Toetsvorm | Schriftelijk tentamen |
Minimum cijfer | 5,5 |
Docent(en) | BOJP |
Contactpersoon | BOJP |
Voertaal | Nederlands |
Aan het einde van deze Genetica 1 cursus is de student instaat om:
- De verschillende epigenetische veranderingen en mechanisme te benoemen en te beschrijven
- Het effect van epigenetica op genregulatie te beschrijven en het effect van epigenetische veranderingen op de DNA-structuur te verklaren
- Beschrijven hoe siRNA en miRNA (RNAi) worden gemaakt en hoe deze hun invloed op genregulatie bewerkstelligen.
- Het beschrijven van het crossing-over proces en uitleggen wat voor effecten dit kan hebben.
- Beschrijven van de mechanismen en processen omtrent DNA-recombinatie bij prokaryoten
- Het kunnen beschrijven van kwantitatieve eigenschappen en kunnen rekenen aan allel frequenties en genetische diversiteit binnen populaties
- Het beschrijven van welke genetische invloeden er ten grondslag liggen aan evolutie en visa versa
- Te beschrijven hoe DNA en de verschillende facetten hiervan worden gebruik binnen de forensische wetenschap
Tijdens de Genetica 1 cursus is er gekeken naar de structuur van DNA en hoe deze structuur, nucleotiden volgrode en de trans-acterende elementen invloed hebben om de genregulatie. Nu gaan we verder met het bestuderen van genregulatie door invloeden niet uit de DNA-volgorde te herleiden zijn, maar echter uit factoren die DNA-structuur niet veranderen, maar de genexpressie wel beïnvloeden (Epigenetica). In tegenstelling tot Epigenetica, cis en trans-acterende factoren zijn er ook nog extra nucleaire factoren die vaak post-transcriptionaal werken op het mRNA. Deze factoren komen in miRNA en siRNA die vaak de levensduur van een mRNA beïnvloeden en dus ook de uiteindelijke kwantiteit van een bepaald eiwit. Epigenetica zijn kleine moleculaire veranderen aan het DNA, miRNA en siRNA zijn kleine stukjes RNA, maar er zijn ook processen die grootschalige chromosomale veranderingen teweegbrengen, zoals crossing over bij eukaryoten en DNA-recombinatie en DNA-opname bij prokaryoten. Dit besluit de verschillende genregulatie mechanismen, maar wat wordt er nou precies gereguleerd en hoe uit zicht dat in het fenotype. Om hierachter te komen kunnen de kwantitatieve eigenschappen, zoals kleur, vorm, smaak etc worden bestudeerd. Deze eigenschappen bepalen uit uiterlijk en voorkomen van elk organisme. Als deze eigenschappen binnen een populatie van een bepaalde soort te ver uiteenlopen kan er binnen deze populatie een nieuwe soort ontwikkelen. Evolutie. Als afsluiting wordt er gekeken hoe DNA, de volgorde ervan en dus ook de eigenschappen van een persoon, gebruikt worden in forensisch onderzoek.
Literatuur
- Concepts of Genetics (global edition) 11th edition. William S. Klug, Michael R Cummings, Charlotte A. Spencer, Michael A. Palladino. Pearson
Hoofdstuk Onderwerp Special Topic 1 (deel 1) Epigenetics Special Topic 2 (deel 1) Emerging Roles of RNA Hoofdstuk 5 (deel 1) Chromosome Mapping in Eukaryotes Hoofdstuk 6 (deel 1) Genetic Analysis and Mapping in Bacteria Hoofdstuk 23 (deel 2) Quantitative Genetics and Multifactorial Traits Hoofdstuk 25 (deel 2) Population and Evolutionary Genetics Special Topic 3 DNA Forensics
Web
- Blackboard course thema 10
-
- Hoor/werkcolleges
- Zelfstudie
-
-
-
-
-
-
-